Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Referentieniveaus notatie:

meten en meetkunde

A Notatie, taal en betekenis
Maten voor lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht, temperatuur,Tijd en geld,Meetinstrumenten,Schrijfwijze en betekenis van meetkundige symbolen en relaties

1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-streef

Weten waarom

Weten waarom

Weten waarom

  • 18Eigen referentiematen ontwikkelen, (‘in 1 kg appels zitten ongeveer 5 appels’)

Begrijpen dat referentiematen handig zijn om je een voorstelling van een hoeveelheid te maken of om een hoeveelheid/maat te schatten. Enkele eigen referentiematen ontwikkelen. 

  • Lengte
    - Mijn bed is ongeveer 2 meter lang, dus dan is mijn slaapkamer ongeveer .... m lang
  • Gewicht
    - Inschatten hoeveel kg een groot net sinaasappels weegt, op basis van de ervaring dat 5 appels ongeveer een kg wegen.
    - Wat is zwaarder/lichter dan een kg? (Uit: Wereld in getallen)
  • Tijd
    - Hoeveel tijd kost het om met de fiets naar school te gaan? Hoeveel kilometer heb je dan afgelegd?
    - Hoe lang loop je ongeveer over 1 km?
    - Hoe lang duurt het avondeten ongeveer?
    - Wat duurt voor je gevoel heel lang? Wat duurt heel kort? Hoe kan dat?
  • Waarom is het handig als je sommige maten van dingen uit het dagelijks leven weet? Waarvoor kun je die kennis gebruiken?

Begrijpen dat referentiematen handig zijn om je een voorstelling van een hoeveelheid te maken of om een hoeveelheid te schatten. Specifiek voor tijd het besef dat tijd relatief is.

  • Lengte
    - De lengte van een schoolliniaal is 30 cm. Ik denk aan een liniaal als ik bijvoorbeeld moet schatten hoe lang een stuk stokbrood is.
    - Hoeveel auto's staan er ongeveer in 3 km file?

    - Hoe kun je dat berekenen? Wat kun je schatten?
  • Gewicht
    - Als m'n moeder zegt dat ze 5 kg is afgevallen, denk ik altijd, dat zijn 5 pakken suiker. Dat is best veel!
  • Oppervlakte
    - Ik weet dat een voetbalveld ongeveer twee hectare is. Daar denk ik aan als ik hoor dat er ergens een stuk bos is afgebrand.
    - Ik weet dat de zijkant van het schoolbord 1m2 is. Toen m'n vader vertelde dat mijn nieuwe slaapkamer 12 m2 was, moest ik aan het schoolbord denken.



  • Inhoud
    - Schat de inhouden, wat weet je? (Uit: Alles telt)
  • Tijd
    - Wanneer 'vliegt' de tijd? Waar ligt dat aan? Wanneer vind je dat iets 'eindeloos lang' duurt?
    - Naar mijn oma fietsen duurt twee keer zo lang als fietsen naar school.